Blaren onderop de voet ontstaan meestal door wrijving tussen voet en schoeisel of tussen de tenen. Een rode, branderige huid is de voorbode van een blaar. Als de bovenlagen van de huid loslaten of scheuren, ontstaat er een zakje dat zich snel met vloeistof vult. Niets doen is in principe de beste behandeling. Door de blaar dicht te laten kan die bovendien niet vuil worden of besmet raken door contact met aarde of stof. Eventueel kun je de blaar tijdelijk afschermen met een pleister. Uitzondering zijn blaren die pijn doen en grote blaren op drukplaatsen, zoals op de voetzolen. Die doorprik je beter om te voorkomen dat ze openscheuren en eventueel gaan infecteren.